Premier Mark Rutte en minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) brengen dinsdag een bezoek aan Libanon.
Zij laten zich daar informeren over de gevolgen voor Libanon van de problemen in buurland Syrië. Libanon (vier miljoen inwoners) vangt ongeveer anderhalf miljoen vluchtelingen uit Syrië op. Rutte en Ploumen spreken de Libanese minister-president Tammam Salam.
Ze ontmoeten ook burgemeesters van gemeenten waar veel vluchtelingen worden opgevangen en praten met hen over wat dat bijvoorbeeld betekent voor de beschikbaarheid van drinkwater en elektriciteit en de verwerking van afval.
Ook wordt een bezoek gebracht aan een vluchtelingenkamp en er wordt een kijkje genomen bij een door Nederland gefinancierd voetbalproject voor Libanese – en vluchtelingenkinderen.
Het kabinet maakte sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië 360 miljoen euro vrij voor noodhulp en initiatieven om vluchtelingen die in de regio worden opgevangen meer perspectief te bieden.
Structurele steun
D66 wil dat Rutte en Ploumen Libanon structurele steun aanbieden. De Nederlandse betrokkenheid kan niet beperkt blijven tot noodhulp en een kort werkbezoek, vindt D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma.
“Nederland moet Libanon partnerland maken, zodat we meer structurele steun kunnen bieden voor bijvoorbeeld infrastructuur en onderwijs en kunnen werken aan goede toegang voor Libanese producten tot de Europese markt. Zo kunnen we zorgen voor perspectief voor mensen in de regio.”